Categorie archieven: Fotografie

Ervaringen met een drijvende fotohut

Drijvende fotohut. (foto; Jacques van der Neut)

Het maken van een natuur- of fotoreis is tegenwoordig populair. In het programma van Wildpix Travel, een initiatief van Han Bouwmeester en Martin Steenhaut, is een nieuwe fotoreis opgenomen naar Bulgarije. De beschrijving op de website spreekt mij aan en ik boek voor de laatste week van mei.

Floating hide
In het programma is het fotograferen vanuit een drijvende fotohut (floating hide) opgenomen. Iedere ochtend komen Iliyan Valchanov en zijn vrouw Nelly ons klokslag 05.30u ophalen en worden de fotografen over de auto’s verdeeld. Marc-Peter Kooistra en ik worden in een perfect passend waadpak gehesen en kort daarop sjezen we uiteraard met de nodige slaloms (vanwege de vele gaten en scheuren in het wegdek) door doodstille dorpen en over verlaten wegen. Onze bestemming is een ondiep meer ter grootte van zo’n twee hectare. Kooistra en ik krijgen een klein plastic doosje mee om geheugenkaarten of een mobiel in op te bergen. Ik prop er ook nog een 16-35mm groothoek in. Vanaf de oever laten we ons het water inglijden. In het begin was ik eerlijk gezegd een beetje huiverig, je sjouwt tenslotte toch met kostbare apparatuur… De drijvende fotohut heeft de vorm van een hoefijzer en is gemaakt van licht materiaal. Het geheel is overkapt en aan de voorkant is een kijkgat aangebracht. De bodemplaat van de floating hide is voorzien van een schroef waarop een Wimberlyhead past. Met de koppelingsplaat bevestig je je lens (in mijn geval een Canon 500mm f 4.0) en klaar is Kees!

Mannetje woudaap. (foto: Jacques van der Neut)

Woudaap
Het lopen over de enigszins slappe bodem went snel. We zijn nog maar kort in het water of we horen al het kenmerkende, ‘blaffende’ geluid van de woudaap. Goed de rietrand afturen en ja wel, daar staat een mannetje, met de rode snavel schuin omhoog gericht. Wat een mooi gezicht! Om zo min mogelijk geluid te maken, laat ik mij op mijn knieën zakken en ‘loop’ zo over de bodem naar de roepende vogel. Op een afstand van zeven, acht meter stop ik en kan de vogel met de Canon 5D mark III goed fotograferen. Een woudaap zo zien én fotograferen maakte ik nog niet eerder mee. Het zijn echte acrobaten, met de lange, dunne tenen wurmen zij zich overal doorheen. Eind mei is trouwens ook een goede periode voor de grote karekiet. Als deze rietvogel zijn raspende zang laat horen, is de rode keel duidelijk zichtbaar. Op een gegeven ogenblik ‘zit’ ik op een afstand van vier, vijf meter. Het loopt inmiddels tegen tienen en de zon wint hoogte. In de verte zie ik een grijzige vlek staan, een kwak! De vogel kan ik moeiteloos benaderen, maar door het harde licht, is de rug van deze magnifieke vogel, door de schaduw van de omringende vegetatie, behoorlijk ‘gestreept’. Fotografisch gezien vind ik het eigenlijk niks en loop geleidelijk terug naar de wal waar ik mijn waadpak uitdoe. Het is hoog tijd voor een tukkie.

Een wijfje woudaap klautert door het riet. ( foto: Jacques van der Neut)

Muskusrat
Een paar dagen later is er een egale, gedekte lucht en ik besluit weer met de drijvende fotohut in de weer te gaan. Nelly brengt mij en de omstandigheden in het meer zijn nu totaal anders. Het licht is mooi zacht en geeft geen harde schaduwen. Hier en daar ontluiken de eerste pollen watergentiaan; over een paar weken zal dit meer intens geel kleuren door de massale bloei van deze bijzonder decoratieve waterplanten, Het meer is niet bijzonder vogelrijk; de grote karekiet is weer van de partij, net als een waterhoen, de woudaapjes, een wilde eend en een ijsvogel. Er blijkt een kans te bestaan op foeragerende zwarte ooievaars, maar helaas… nu niet. Een zwemmende muskusrat is wel leuk; het dier verorbert op zijn gemak waterplanten. Er schieten ook enkele slangen voorbij; een ringslang met de karakteristieke geel-zwarte koptekening. Na terugkomst in Nederland stuurt Marc-Peter Kooistra mij enkele foto’s van een zwemmende slang met een bruine kop, zeer waarschijnlijk een dobbelsteenslang, een soort die eveneens graag in het water vertoeft en volstrekt ongevaarlijk, net als de ringslang trouwens. 

 


‘Your entries have not been selected’…

Natuurfotografie is razend populair. Wedstrijden zijn er dan ook in overvloed. Zo krijg ik via de mail uitnodigingen van fotosalons uit Kroatië, Servië en Montenegro. Het natuurtijdschrift Roots en National Geographic schrijven regelmatig wedstrijden uit, met een daaraan gekoppeld thema. Verder is er de WNF-Frans Lanting Photo Award, waar jong en oud aan kunnen meedoen en niet te vergeten de Groene Camera. Asferico en Wildlife Photographer of the Year (WPY) gooien in internationaal opzicht hoge ogen.

Mijn inzending voor de WPY editie 2012: Een reegeit in een veld met klaprozen en korenbloemen en zwemmende knobbelzwanen op een berijpt Wantij (foto’s: Jacques van der Neut)

Originele bestanden
Volgens mij had ik wel een paar mooie platen die het niet gek zouden doen bij de WPY 53, althans zoiets denk je dan. Tenslotte had ik bij de editie van 2012 twee opnamens (reegeit en knobbelzwanen), die naar de tweede ronde mochten. Dus, vooruit met de geit. Voor de WPY mag je maximaal 25 foto’s insturen (verdeeld over meerdere categoriën) en deelname kost 30 pond.  In januari 2017 kreeg ik via de mail een mededeling dat er een opname van mij door was naar de tweede ronde, In zo’n geval moet je originele RAW bestanden opsturen. Aan de hand van dit digitale negatief, beoordeelt de jury of er niet te veel aan de inzending is ‘gerommeld’ (klonen, niet te veel croppen, geen dingen eraan toevoegen of juist weglaten enz.). Het verscherpen en contrast toevoegen aan je bestanden is overigens wel toegestaan. Na het opsturen van mijn originele bestand en uitgebreide beschrijving van de locatie, de omstandigheden en of je bijvoorbeeld met aas hebt gewerkt is het afwachten. Een paar weken later lees ik op mijn mail het volgende: ‘We wanted to let you know that the second-round judging has been completed and on this occasion your entries have not been selected by our jury to feature in the WPY 53 collection. The selection process for the People’s Choice Vote will take place shortly and we will contact you again if any of your entries are chosen for this category.’ Jammer… je hoopt uiteraard altijd op meer, maar de WPY is groot, héél groot! Voor zo’n wedstrijd komen er maar liefst rond de 40.000 inzendingen (!) en er doen honderden fotografen uit tientallen landen aan mee. Het feit dat je inzending naar de tweede ronde gaat, is achteraf best een leuk gegeven. Je opname wordt immers gekozen uit tienduizenden foto’s, maar toch…

De grijze wouw schudt de veren uit, in een wolk van stof. (foto: Jacques van der Neut)

Grijze wouw
Mijn ingezonden serie bestond onder meer uit enkele opnamens van grijze wouwen. Degene waarop zo’n vogel in de laatste zonnestralen de veren uitschudt was door. Een fenomenaal moment, dat in mijn geheugen staat gegrifd. Via Hides de Calera in Calera y Chozas in de Spaanse provincie Toledo, huurde ik in mei 2016 een schuilhut. ’s Morgens met donker erin en ’s avonds er weer uit. Vijftien uur in een klein hutje, waarbij je constant door een gaaswerkje naar buiten zit te turen. Je telelens met de daarop gemonteerde camera rust op een stel rijstzakken. De grijze wouwen landden na de jacht op de opgestelde boomtak, waar het veel grotere wijfje de gevangen prooi (meestal een muis) uit de klauwen van het veel kleinere mannetje pakt. Een wonderlijk schouwspel. De dag was behoorlijk grijs en af en toe zag ik de vogels hun veren schudden, maar dat stelde niet veel voor. Tegen de avond hoop ik vurig dat de vogels dat nog eens doen. En jawel, in het laatste zonlicht schudt een grijze wouw zich uit. Een wolk van stof vliegt in stemmig licht in het rond en na een paar seconden is het voorbij. Wat een knallend eind van deze lange fotodag. Het is intussen donker en meerdere keren controleer ik

Een andere opname uit dezelfde serie ging ook in Asferico naar de tweede ronde. (foto: Jacques van der Neut)

mijn gemaakte bestanden. Met een verlekkerde blik bekijk ik ze telkens weer. Wat een puike serie! Dan wordt er gerommeld aan mijn deurtje en kan ik er weer uit. Onder een fantastische sterrenhemel loop ik met mijn begeleider Antonio terug naar de auto.