Tag archieven: N.A.P.

De Biesbosch: Natuur in beweging

Met pensioen gaan…dat is en blijft toch even wennen. Je dagelijkse routine valt weg en je moet voortaan zelf iets op de rails zetten. Met twee jaar Corona had ik wat dat aangaat niet zo’n goede start. Op zekere dag werd ik echter gebeld door de Dordtse filmmaker Bas Kakes en die vroeg, of ik hem wilde helpen met het maken van een documentaire over

de Biesbosch. De film is inmiddels af en kende een harde deadline: 1 mei jongstleden. Tot die datum kon de documentaire worden ingestuurd voor het Wildlife Film Festival Rotterdam (WFFR). Voor het aankomende filmfestijn in Cinerama (eerste week november) zijn we nota bene genomineerd voor een Award, in de categorie: De beste onafhankelijke productie!


Script niet in beton gegoten
In de laatste 25 tot 30 jaar gebeurde er veel in de Biesbosch, dus er was genoeg aanleiding om over dit vermaarde zoetwatergetijdengebied een documentaire te maken. In het verleden zijn er wel een handvol films over de Biesbosch uitgebracht, maar een docu waarbij wordt ingegaan op de recente en bijzonder ingrijpende veranderingen was er nog niet. En dàt is een goede voorwaarde om zo’n onderneming op touw te zetten. Een film maken over iets, dat er nog niet is! We werkten weliswaar volgens een script, maar dat was zeker niet in beton gegoten.

Sommige onderwerpen zoals boksende hazen en water halende honingbijen dienden zich spontaan aan. Natuurlijk zijn er in ‘De Biesbosch: Natuur in beweging’ genoeg verwijzingen naar vroeger. Je kunt alleen niet alles uitvoerig behandelen want er is nu eenmaal een filmlijn, die hier en daar wordt onderbroken door mini-verhaaltjes over reeën, foeragerende grutto’s, hazenliefde en de metamorfose van de Noordwaard bij Werkendam.  Natuurlijk is er in de film aandacht voor het verleden. We wilden dat vooral illustreren met historisch (zwartwit) beeldmateriaal.

Stadsarchief Dordrecht
Daarvoor belanden we bij het Nederlands Instituut voor Beeld & Geluid in Hilversum.  Maar daar gaat dan meteen de kassa rinkelen. Uiteindelijk vinden we mooi authentiek filmmateriaal bij het Stadsarchief in Dordrecht, met als bijkomend voordeel dat we het gratis mogen gebruiken. De enige voorwaarde die het Stadsarchief stelt is bronvermelding op de aftiteling. Bij het vervaardigen van zo’n documentaire gaat het dus niet uitsluitend om het uren turen door lenzen bij nacht en ontij. Het achterhalen van goed bruikbaar historisch beeld vergt ook de nodige inzet en energie. In de film zijn ook beelden verwerkt van ijsvogels. In de boeken lees je meestal dat een ijsvogel een gevangen visje eerst tegen een tak dood mept en hem dan naar binnen werkt. Wij zagen op onze beelden echter dat zo’n gevangen prooi nog leeft, ook als die al is door geslikt! Meerdere malen bleef het staartje, zeker bij een wat groter visje, buiten de bek steken, en bewegen! Een klein stekelbaarsje gaat na twee, drie tikken snel naar binnen. Ik filmde een keer een ijsvogel die een gewone watersalamander had gevangen. Nadat ik alle videoclips had bekeken, bleek de ijsvogel het beestje maar liefst 70 keer tegen een tak te meppen. Hoe het afliep weet ik niet, want op een gegeven ogenblik vloog de ijsvogel met de watersalamander in de snavel weg.

‘De drempel’ bij Werkendam
We zijn in de afgelopen vijf jaar veel op pad geweest. Natuurlijk komt de Noordwaard ook aanbod. We wilden graag beelden maken van de overstromende ‘drempel’ bij Werkendam. Dat systeem treedt in werking bij een hogere waterstand dan twee meter plus N.A.P. Hierbij hielden Bas en ik de prognoses van Rijkswaterstaat goed in de gaten. Het leidde doorgaans tot intensief getelefoneer en gebruik van de Whatsap. We rukten uit zodra er de nodige voorspellingen werden gedaan over hoge waterstanden. Onze ervaring leerde echter dat er eerst hoog wordt ingezet en dat de prognoses in een later stadium meestal naar beneden worden bijgesteld. Zo stonden we meerdere keren tevergeefs bij de drempel. Er gebeurde dan helemaal niets, althans niets waarop we vooraf zo vurig hoopten. In zo’n geval schakelden we over op onze onderwerpen op de ‘to do list’  zoals luchtopnamens van Geertruidenberg of Dordrecht. Of we zochten naar goede locaties om erosie in beeld te brengen. Zo kwam er beetje bij beetje en beeldje voor beeldje lijn in De Biesbosch; Natuur in beweging.

Op het Wildlife Film Festival Rotterdam en in de bios

De Biesbosch: Natuur in beweging is vervaardigd door FastWorks. De regie van de film berust bij Bas Kakes, filmmaker uit Dordrecht. Daarnaast is hij cameraman en video-editor. Coen Koopmans presenteert en schreef het script. Visuals en graphics werden gemaakt door grafisch ontwerper Kevin van den Hoek. Jacques van der Neut, oud-boswachter Staatsbosbeheer, 2e cameraman, presentatie en hij schreef mee aan het script.

Daarnaast werkt FastWorks samen met Bas Bakker van Playback Images. Hij zorgt voor productie en distributie van de film. Inmiddels staat de documentaire over de Biesbosch bij verschillende bioscopen in de programmering. De voorverkoop bij het Chassé Theater in Breda ging trouwens wel heel snel. In 24 uur gingen daar rond de 150 kaarten van de hand. Er is inmiddels in hetzelfde theater een vertoning bij gekomen. Wij krijgen trouwens veel vragen over locaties waar de film wordt vertoond. Wij kunnen niet zelf bepalen waar onze film vertoond gaat worden. Wij zijn daarbij afhankelijk van programmeurs van diverse bioscopen. De knop Vertoningen op www.biesboschfilm.nl blijft dus voortdurend veranderen.

Extreem laag water

Door de aanhoudende oostenwind, in combinatie met een lage rivierafvoer, is er in de Biesbosch de laatste dagen sprake van extreem laag water. Sommige mensen denken dat die lage waterstand wordt veroorzaakt door de Haringvlietsluizen die al op een Kier zouden staan. Niets is natuurlijk minder waar! De betonnen waterkering staat zoals gewoonlijk nog potdicht.

Door overwegend oostenwind en lage rivierafvoeren, lopen diverse kreken in de Biesbosch ‘leeg’. (foto; Jacques van der Neut)

Polder De Dood
“Zo’n lage waterstand komt niet veel voor” stelt Rob van der Made, boswachter beheer bij Staatsbosbeheer in de Biesbosch. “Ik woon in het huis op Polder De Dood, in de Brabantse Biesbosch. Van de week was ik daar aan het varen met de Ardea, de werkboot van Staatsbosbeheer en op een gegeven ogenblik kon ik zelfs niet meer bij mijn woonhuis komen. Als het persé moest, kon het wel, maar dan zou ik een flink eind moeten omvaren. De Ardea heb ik toen maar bij de oever neergelegd en met mijn bijbootje naar De Dood gevaren. Sinds de afsluiting in 1970 van het Haringvliet, komen dergelijke extreem lage waterstanden niet veel voor. Het is trouwens wel opvallend dat het dit jaar al de tweede keer is. In maart gebeurde zoiets immers ook al.” Aangezien er door de aanhoudend lage waterstanden veel slik droogvalt krijg je ook een idee van de dierlijkse bewoners. Van der Made en zijn collega Arie Benschop zagen duizenden afdrukken van rattenpootjes in het slik. Ook de ingangen van beverburchten lagen boven water. “Je kon zo in de burcht koekeloeren” benadrukt Benschop uitgelaten. Door de lage waterstanden zijn kreken als het Buitenkooigat en de Sloot beneden Petrus onbevaarbaar. Dergelijke droogvallende kreken zijn uitgelezen stekkies voor blauwe reigers en grote zilverreigers. De vogels stappen behoedzaam door het ondiepe water, in de hoop er nog iets van hun gading te vinden. Het doorstroomgebied in de Noordwaard bij Werkendam ligt er verlaten bij. De randen van de gegraven geulen zijn goed zichtbaar. Op de aangrenzende weilanden lopen een paar honderd grauwe ganzen en brandganzen.

Gat van de Noorderels
In de omgeving van de Ganzenwei vliegt een ruigpootbuizerd. Later verschijnt er een tweede exemplaar in beeld. Een exemplaar bidt regelmatig. Ruigpootbuizerds zijn uitgesproken trekvogels en verlaten hun noordelijke broedgebieden om ’s winters naar het zuiden te trekken. Deze trek begint al in augustus, de terugkeer is in februari. De ruigpootbuizerd geeft wat biotoopkeuze betreft de voorkeur aan de toendra of de overgangszone tussen toendra en taiga. In goede knaagdierjaren broedt hij ook in uitgesproken beboste gebieden, afgewisseld met grote open vlaktes. In dergelijke gevallen broedt de ruigpootbuizerd ook wel zuidelijker. Ruigpootbuizerds eten overwegend kleine knaagdieren (aardmuizen en lemmingen). De rest van de prooien bestaat uit vogels, bij voorkeur sneeuwhoenders, eenden, steltlopers en verschillende zangvogelsoorten. Buiten de broedtijd bestaat het voedsel vrijwel uitsluitend uit kleine zoogdieren. ’s Winters komen ruigpootbuizerds ook op aas af. Via de Noordwaard ga ik weer met de pont terug naar de Kop van ’t Land. Aan ‘onze’ kant van de Biesbosch is het uiteraard ook laag water wat de klok slaat. De Tongplaat is zowat leeggelopen en het Gat van de Noorderels, de kreek pal voor het Johannes Visgemaal, staat bijna droog, slechts een strook water slingert er grillig doorheen. Het waterpeil zakte ook hier ruim beneden N.A.P. Het huidige lage water in het rivierengebied heeft er tevens voor gezorgd dat het op een ‘kier’ zetten van de Haringvlietsluizen voorlopig is uitgesteld. Door de lage waterstanden kan het zoute water namelijk voorbij de denkbeeldige lijn Middelharnis en de Spuimonding komen en omdat Rijkswaterstaat dat wil voorkomen, houden zij de waterkering voorlopig nog op slot.

N.A.P. bepaalt de hoogte

Het Normaal Amsterdams Peil (meestal afgekort tot N.A.P) is de referentiehoogte ofwel peil waaraan hoogtemetingen in Nederland worden gerelateerd. Voor het gemak wordt het N.A.P vaak gelijkgesteld aan het gemiddeld zeeniveau. Het N.A.P-net bestaat uit ongeveer 35.000 zichtbare peilmerken, meestal bronzen boutjes met het opschrift N.A.P, aangebracht in kaden, muren, bouwwerken of op palen en bovendien 400 ondergrondse peilmerken. De onderlinge hoogteverschillen tussen de peilmerken worden nauwkeurig vastgelegd. Als gevolg van bodembewegingen treden er voortdurend veranderingen op. Eens in de 10 jaar bepaalt Rijkswaterstaat opnieuw de hoogte van de meeste peilmerken. De gegevens van de peilmerken worden bekend gemaakt in een N.A.P-peilmerkenlijst, waarin de gemeten hoogte ten opzichte van het N.A.P-vlak staat aangegeven en de gegevens waar het merk te vinden is.