Vogelfotografie vanuit hutten in ons land is momenteel erg populair. De onderkomens staan soms al maanden vol geboekt. Via de website van Glenn Vermeersch maakte ik onlangs gebruik van diverse hutten in Zuid-Frankrijk. Een vliegticket naar Toulouse is snel geboekt, maar reizen in coronatijd brengt nogal wat gedoe met zich mee.
Naar het hotel in Sougraigne
Zo is er de vaccinatie-verplichting en daar bovenop kwam nog eens een pcr-test, waar de douaniers bij aankomst in Frankrijk overigens wel naar vroegen. Met een huurauto vanuit Toulouse voert de weg naar Sougraigne, in het departement Aude, een rit van bijna twee uur. Er is bij de aankomst in Sougraigne tijd over, dus gelijk maar naar contactman Philippe van der Steichel gereden in Saint-Juste-et- le Bézu, een gehucht van een paar huizen. Hem vinden lukt niet gelijk, een mevrouw in een naburig dorp weet het echter en wijst de weg. Achteraf was Sougraigne niet de ideale uitvalsbasis, zeker niet vanwege de bergruggen waar iedere ochtend en avond omheen diende te worden gereden. Er zijn bovendien geen gelegenheden om iets te eten. Vanuit dat standpunt was accommodatie in Callian boeken beter geweest.
In de hutten
De volgende ochtend bracht Philippe mij naar een hut om bijeneters te fotograferen. Een keurig onderkomen, met uitzicht op twee dode boomtakken op een paar meter afstand en omlijst door een machtige vallei. Bijeneters vliegen er voldoende, maar strijken die ochtend niet neer op de bewuste takken. Beide takken staan niet in de directe omgeving van een kolonie. Later in de week landt er tijdens zo’n sessie wel een bijeneter in de opgestelde takken. Vlak bij de woning van Philippe ligt een drinkpoel, waar putters en groenlingen regelmatig een bad nemen. Zo af en toe verschijnt er een baardgrasmus, die de karakteristieke ‘Sylvia’ houding aanneemt, met de staart verticaal
omhoog dus. Verder scharrelt er vooral het bekende spul zoals koolmees, vink, grote bonte specht en gaai. De hut is half ingegraven waardoor je op hetzelfde niveau zit met het ondiepe water. Uit een ingegraven slang sijpelt water om het niveau in de poel op peil te houden. In de loop van de week zit ik meerdere keren bij deze poel, met zeer wisselende resultaten. Zo heb ik eenmalig een cirlgors zeer dichtbij, maar de algemenere soorten bepalen toch de toon: grote bonte specht, koolmees, merel en roodborst. Sessies in de zogenaamde ‘karrenhut’, leveren niets op. Er vliegt een zwarte kraai over en er dendert een wild zwijn voorbij. Voor deze week bracht ik een zwaar statief mee en een 500mm. Beide attributen gebruik ik echter niet. In iedere hut zijn namelijk bodemplaten aanwezig.
Oog in oog met steenmarters
Op een avond staan er steenmarters op het programma. Pierre, een man met een gegroefd gelaat, vertelt met passie over de steenmarters rondom zijn huis. Zijn verhaal ondersteunt Pierre met de nodige handgebaren. Een mooie vent. In de omgeving liggen grote rotsblokken met veel ondergroei. Een ideale woon- en leefomgeving voor steenmarters. “Ils sont partout” (‘Ze zitten overal’) verduidelijkt Pierre. Langs zijn huis stroomt een rivier en via een hangbrug loopt hij mee naar een houten hut aan de overkant. Voor het geluidsdichte onderkomen staat een tafel van zo’n twee bij vier meter. Op de tafel liggen stenen en diverse boomtakken met gaten en holten. In de boom er boven hangt een
lichtsnoer, waarvan de sterkte met een schakelaar in de hut kan worden opgeschroefd of getemperd. Pierre doet de deur van de hut dicht en dan begint zoals altijd, het Grote Wachten… De steenmarters hebben hier een leuke gewoonte ontwikkeld, ze komen namelijk vroeg, bij daglicht! En warempel, rond een uur of acht komt de eerste, zoals Pierre had
gezegd. Het dier loopt snel, maar stopt om de paar meter om de omgeving te verkennen en verdwijnt dan weer. Kort daarop komen er drie steenmarters, die de boomtakken op de opgestelde tafel minutieus onderzoeken. Ze kruipen overal vliegensvlug in en uit, maar de dieren kijken regelmatig om zich heen. Met de Canon 100-400mm is het prima te doen. Locaties om steenmarters te fotograferen zijn er volgens mij niet veel. In Nederland kun je er een huren via Wildernistrek en dan ken ik nu deze locatie in Zuid-Frankrijk. Uit gesprekken met Pierre blijkt dat deze setting soms ook hele bijzondere gasten trekt… Pierre werkt namelijk met wildcamera’s en soms staan er beelden op van bezoekende genetkatten, sierlijke roofdieren met een gevlekte vacht en een lange staart!
Vale gieren van heel dichtbij
De sessies met vale gieren zijn ronduit spectaculair. Dergelijke taferelen ken ik uit Portugal en Spanje. De hut van Philippe, van waaruit je die machtige vogels van zeer dichtbij kunt bekijken en fotograferen, is een belevenis op zich. De vogels staan op een meter afstand en kijken je daarbij zeer indringend aan. Soms slaan de enorme vleugels tegen je hut, waarbij de vogels zich verdringen om het uitgelegde vlees zo snel mogelijk naar binnen te werken.