Categorie archieven: Vogels kijken

Veel ‘IJslanders’ in De Noordwaard

Vorige maand waren de eerste grutto’s in onze contreien weer present. “Voor deze fraaie steltlopers is De Noordwaard in Werkendam een heel belangrijk gebied” zegt Thomas van der Es, boswachter bij Staatsbosbeheer in De Biesbosch. “In de loop van de tijd nemen de aantallen toe. In De Noordwaard verblijven trouwens ook veel IJslandse grutto’s.”

Oostenwind
Grutto’s zijn elegante steltlopers op lange, dunne poten. Ieder voorjaar verzamelen zich grote groepen in De Noordwaard. “In totaal telden we hier bijna 3100 stuks, maar afgelopen weekend verbleven er zelfs 4750 grutto’s. Dat tellen proberen we zo exact mogelijk te doen, maar door de aanhoudende oostenwind waardoor er veel slik droogvalt, krijgen de grutto’s veel speelruimte hetgeen het tellen lastiger maakt. Ze staan dan niet in grote groepen, maar

Bij laag water maken grutto's dankbaar gebruik van droogvallende zandplaten. (foto: Jacques van der Neut)
Bij laag water maken grutto’s dankbaar gebruik van droogvallende zandplaten. (foto: Jacques van der Neut)

verspreiden zich over het hele intergetijdengebied in De Noordwaard.” Volgens Van der Es is het gebied niet alleen van groot belang voor deze steltlopers, maar ook voor vogels zoals bontbekplevieren, kemphanen, wintertalingen en bonte strandlopers. “Als de grutto’s hier landen zijn ze voornamelijk in de weer met foerageren. De snavels verdwijnen onophoudelijk in de weke bodem. Door de directe invloed van het rivierwater, de openingen naar de Nieuwe Merwede bevinden zich immers op een steenworp afstand, is het blijkbaar heel voedselrijk.” De droogvallende slikken in De Noordwaard zijn niet alleen van belang voor de gewone grutto, maar zeker ook voor de IJslandse grutto, die al vroeg in het seizoen een bruinrood getekend verenkleed heeft.

ijslandsegrutto
Om inzicht te krijgen in de trekroutes worden IJslandse grutto’s voorzien van kleurringen. (foto: Jacques van der Neut)

Zoutwatersteltloper
“IJslandse grutto’s trekken in het najaar minder ver dan ‘onze’ grutto’s en overwinteren vooral in West-Europese getijdegebieden zoals Frankrijk, Spanje en Portugal, maar ook wel in Engeland en Ierland. De IJslandse grutto is dus meer een zoutwatersteltloper. Gewone grutto’s gaan echter vooral naar Spanje en West-Afrika, naar zoetwatergebieden en rijstvelden. IJslandse grutto’s worden in het voorjaar in toenemende mate waargenomen in Nederland. Ze verblijven in maart en april enige tijd in natte graslanden voordat ze verder trekken naar IJslandse broedgebieden. De Noordwaard is voor de IJslandse grutto een van de top-vijf gebieden van ons land.” In onze regio zijn de laatste jaren veel natuurontwikkelingsprojecten uitgevoerd en voor steltlopers steekt De Noordwaard daar met kop en schouders bovenuit. Het gebied kent een open structuur en belagers kunnen snel worden opgemerkt. “Terreinen als De Hoge Hof en De Tongplaat zijn omgeven door wilgenbossen en struiken. Het is bekend dat slechtvalken en haviken daar graag gebruik van maken om hun prooien te verrassen.”

 

Brandganzen; bontgekleurde nomaden

Brandganzen hebben een opvallend zwartwit getekend verenkleed. Verwarring met andere soorten is daardoor uitgesloten. Gewoonlijk overwinterden deze fraai getekende ganzen in ons land, maar tegenwoordig broeden zij hier ook. Wellicht een gevolg van zachte winters, van klimaatverandering?

Vetreserves
Brandganzen broeden op drie van elkaar gescheiden gebieden. Een deel bevindt zich op Groenland; deze vogels overwinteren op de Hebriden en in Ierland. De broedpopulaties van Spitsbergen overwinteren in Zuid-Schotland en Zuid-Noorwegen. De in Nederland overwinterende populatie komt van Nova Zembla en Waigatsj, een in het noorden van Rusland gelegen schiereiland.

De in Nederland overwinterende brandganzen komen uit Spitsbergen. Door de permafrost is de toendra in de zomer constant drassig. (foto: Jacques van der Neut)
De in Nederland overwinterende brandganzen komen uit Spitsbergen. Door de permafrost is de toendra in de zomer constant drassig. (foto: Jacques van der Neut)

Soms zijn de broedgebieden bij aankomst nog geheel met sneeuw en ijs bedekt. De vetreserves die in de winterkwartieren zijn opgebouwd spelen dan een cruciale rol. Als ongunstige omstandigheden lang aanhouden, bestaat de kans dat er niet wordt gebroed. Gewoonlijk broeden deze fraaie vogels op steile rotskliffen, waar zij nagenoeg onbereikbaar zijn voor predatoren zoals de poolvos. Hoe donsjongen zo’n torenhoog nest verlaten blijft altijd de brandende vraag. Die piepjonge dingen presteren het onmogelijke. Zij springen gewoon naar beneden! Tijdens deze duizelingwekkende dodensprongen klappen de jongen meerdere malen tegen de rotsen. Een hoop donsveren en interne luchtzakken vangen de klappen op.

Broedareaal
Sinds de jaren zestig is de brandganzenpopulatie behoorlijk toegenomen en overwinteren er zo’n vijfhonderdduizend brandganzen op het Europese vasteland, vooral in de Nederlandse kustgebieden. De spectaculaire toename van de aantallen is hand in hand gegaan met een uitbreiding van het broedareaal. Naast de broedgebieden in Noord-Rusland broeden brandganzen sinds 1971 in het Oostzeegebied en sinds 1982 ook in Nederland. In 2005 telde de Nederlandse populatie, waarvan het zwaartepunt in het noordelijk Deltagebied ligt, al bijna zesduizend broedparen.

brandgans2
Legsel van een brandgans op de Ventjagersplaten. (foto: Jacques van der Neut)

Waarom brandganzen niet meer terugvliegen naar hun oorspronkelijke broed- en leefgebieden blijft natuurlijk de vraag. Wellicht heeft dit gedrag iets te maken met klimaatverandering? Of kregen deze vogels misschien ook een duwtje in de rug door de mens, in de vorm van tientallen natuurontwikkelingsprojecten in het Nederlandse rivierengebied? Door uiteenlopende oorzaken (natuurontwikkeling, kleiwinning, Ruimte voor de Rivier) veranderde menige landbouwpolder immers in een moerassig natuurgebied, waar het voor (brand)ganzen goed toeven is.