Alle berichten van jvanderneut

Bloemrijk of gifgroen?

Op het recent gehouden symposium Bloemrijk of Gifgroen in Utrecht stond de toekomst van de landbouw centraal. Frank Berendse sprak het openingswoord voor een bomvolle zaal, waarna een bijzonder indrukwekkende lezing volgde van Theunis Piersma en Sytze Pruiksma over de drastische veranderingen in het Friese landschap.

Schaalvergroting
Steeds meer mensen maken zich zorgen over het verdwijnen van het weidse, kleurrijke boerenland dat tot voor kort zo onverbrekelijk met Nederland was verbonden. Het grootste deel van de boerenlandvogels is verdwenen en slootkanten vol bloemen kom je nauwelijks meer tegen. Oorzaken zijn de steeds verdergaande schaalvergroting en intensivering van de landbouw. En dat terwijl de werkgelegenheid op agrarische bedrijven al jaren daalt en het inkomen van veel boeren onder druk staat. Hoe ziet het Nederlandse platteland er uit over vijftig jaar? Zal dan nog steeds het grootste deel uit landbouwgrond bestaan, terwijl we juist meer ruimte nodig hebben voor wateropvang en recreatie? Kan er dan een landbouw zijn zonder desastreuze effecten op landschap en natuur? Uiteindelijk is de grote vraag, wie er gaat betalen: de natuur, de boer of wij als consument? De bijeenkomst werd geopend door Theunis Piersma en muzikant Sytze Pruiksma. Zij hielden een  bijzonder indrukwekkende lezing over de teloorgang van de grutto in het Friese landschap.   

Ons agrarisch land heeft weidevogels niets meer te bieden. (foto; Jacques van der Neut)

Intensiever beheer
De voordracht van Piersma werd diverse malen afgewisseld met een muzikaal intermezzo van Pruiksma. Terwijl hij het geluid van de grutto op een fluitje nabootste, sloeg hij gedreven op de opgestelde gongen en pauken. Aan het eind van zo’n muzikaal stuk pakte Piersma de draad weer op, waarbij hij gepassioneerd vertelde over het reilen en zeilen van grutto’s. Deze fraaie steltlopers foerageren tijdens hun winterverblijf in Spanje op natte rijstvelden en schakelen, als zij met ‘dikke bierbuiken’ weer in Nederland aankomen, over op vette regenwormen. Dan het verhaal over  Amalia, een grutto man en de belangrijke functie van ons land voor broedende grutto’s.  Over de verkiezing van de grutto tot nationale vogel en hoe het komt dat ons land op natuurwetenschappelijk gebied zo is uitgehold. Volgens Piersma is over ons land een deken van industrialisatie uitgerold. Mestgiften, zwaardere tractoren, bemesting, het gebruik van herbiciden en pesticiden, landbouwvoertuigen rijden harder over het boerenland en het vroeger maaien doen de grutto de das om. Dan zwelt de onheilspellende muziek van Pruiksma weer aan, ondersteund door de af en toe ingetogen fluitende geluiden van de grutto. Een verhaal op zo’n manier presenteren geeft een enorme impact! 

Grutto’s vertrekken tegenwoordig eind mei of begin juni al naar hun overwinteringsgebieden in West-Afrika. In de jaren ’80 gebeurde dat nog in half juli. (foto; Jacques van der Neut)

Silent Spring
Het Friese landschap is door al deze ontwikkelingen drastisch veranderd. Zo is er sprake van wisselteelten met tulpen (met veel gebruik van insecticiden) en maïs waarbij sprake is van een giftige coating, tegen de ontwikkeling van bladluizen. In dit verband legt Piersma de link met Silent Spring, een boek van Rachel Carson uit 1962. De hoofdlijn in al haar werken is de gedachte dat het menselijke ras maar een deel is van de natuur, terwijl het anderzijds over het vermogen beschikt om het milieu te veranderen, in sommige gevallen onherstelbaar. Carson was zo verontrust over het overvloedige gebruik van synthetische, chemische insecticiden na de Tweede Wereldoorlog, dat ze zich vooral daarop toespitste. Ze wilde de bevolking waarschuwen voor de effecten van het misbruik van pesticiden. Ze werd wereldberoemd met haar boek Silent Spring, waarin de milieuproblematiek een centrale plaats inneemt. De titel is een verwijzing naar de lente van het apocalyptische jaar waarin de vogels niet meer zingen doordat zij als gevolg van het gebruik van bestrijdingsmiddelen zijn uitgeroeid. Na 55 jaar is Silent Spring helaas nog verrassend actueel…

Omdat onze in gif gedrenkte weilanden de grutto’s in feite niets meer te bieden hebben, keren deze vogels ons steeds vroeger de rug toe. Tegenwoordig verlaten de eerste grutto’s ons land al in eind mei of begin juni. In de jaren ’80 deden zij dat nog in half juli. Ons intensief grondgebruik heeft ook zijn weerslag op de landbouw in West-Afrika. Als de grutto’s daar namelijk arriveren eten zij van de net ontkiemende rijstkorrels. Voor de grutto, in Friesland ook wel bekend als de Kening fan ‘e Greide (Koning van het Grasland), is het balanceren tussen uitersten.

 

 

Quaggamossel vestigt zich massaal in Nederlandse wateren

Quaggamosselen hechten zich ook massaal aan scheepswanden. (foto: Jacques van der Neut)

In april 2006 werden de eerste quaggamosselen in het Hollandsch Diep ter hoogte van Moerdijk opgevist. De eerste vondst van deze soort in West-Europa! De quagga, een iets groter familielid van de gewone driehoeksmossel, is bezig met een ware opmars. Het uitgebreide waterwegennet en de intensieve scheepvaart hebben ertoe geleid dat de quaggamossel zich massaal door Nederland heeft kunnen verspreiden.

Ballastwater
De quaggamossel is de laatste jaren bezig aan een opmars in ons land. Waar deze soort verschijnt, wordt het water zienderogen helderder. De quaggamossel (pdf) is vernoemd naar de ‘quagga’ – een uitgestorven zebra-ondersoort – omdat hij net als de quagga strepen heeft die naar één kant toe vervagen. De mosselsoort lijkt veel op de verwante driehoeksmossel en kan daarmee worden verward. Beide soorten mosselen zijn afkomstig uit het gebied rond de Zwarte – en Kaspische Zee. De driehoeksmossel komt echter al in Nederland voor sinds het begin van de 19e eeuw; de quaggamossel is hier pas sinds 2006. In eerste instantie leek de quagga vanuit het gebied rond de Kaspische Zee via de Donau en het Main-Donaukanaal in het stroomgebied van de Rijn terecht te zijn gekomen. Hoogst waarschijnlijk is deze nieuwkomer echter ook in het Hollandsch Diep en omringende wateren beland na lozing van ballastwater door zeeschepen. Het belangrijkste verspreidings- mechanisme van quagga- en driehoeksmosselen wordt gevormd door de larven die vrij in het water zwemmen. Wanneer zich om de larven schelpen ontwikkelen, verdwijnt het zwemvermogen en hechten zij zich met bysusdraden op basaltkeien of onder water liggende boomtakken en wortels. Zij kunnen zich ook hechten aan scheepswanden en op deze manier in stroomopwaartse richting ‘meeliften’.   

Massale vestiging van quagga’s op de oevers van het deels in juni 2015 drooggevallen spaarbekken De Gijster. (foto: Jacques van der Neut)

Pyrazolen
De quaggamossel heeft de Biesbosch uiteraard ook ‘ontdekt’. Aangezien levende quagga’s zich voornamelijk onder water ophouden, ben je afhankelijk van een onverwachte situatie, om een indruk te krijgen van de massale vestiging van deze tweekleppige. Die kans deed zich voor in juni 2015. Evides Waterbedrijf in Werkendam kon toen geen Maaswater innemen, vanwege de aanwezigheid van Pyrazolen, die ontstaan bij de productie van acrylonitril door de ACN-fabriek in de omgeving van Geleen. Vanaf de afvalwaterzuiveringsinstallatie wordt deze stof via de zijtak van de Ur op de Maas geloosd. Toch vreemd, het punt van lozing is bekend en er wordt niet tegen opgetreden… Als gevolg van deze lozing voldeed het Maaswater toen niet aan de kwaliteitseisen om er drinkwater van te maken. Door de aanwezigheid van de stof werd de inname van Maaswater gestaakt, waardoor het peil in het innamebekken De Gijster aanzienlijk zakte. Op de droog gevallen oeverstroken lag een dik pakket aan quaggamosselen. Bij het onderhoud aan schepen komt de quagga eveneens aan de oppervlakte.

Antifouling
“Ja, dat klopt” zegt Leo van der Hoeven, van Van der Hoeven Scheepsreparatie uit Drimmelen. “Om aangroei te voorkomen wordt een laag antifouling op het onderschip aangebracht. Er is veel om te doen, want er zit koper in verwerkt. Hoe hoger het kopergehalte, hoe minder aangroei. Veel aangroei pakt nadelig uit voor de voortstuwing. Zo hoorde ik onlangs dat een schip in Zeeland stil viel, vanwege een weelderige aangroei op het onderschip. In zout water is ook sprake van aangroei, doorgaans in de vorm van zeepokken. In het zoete, zoals hier in het rivierengebied, hebben we veel te maken met mosselen. Ik heb de indruk dat het de laatste jaren toeneemt.”