Alle berichten van jvanderneut

2018; Het jaar van de Nederlandse natuurfilm

Burlend edelhert. (still uit Wild)

Gewoonlijk krijgen wij natuurdocumentaires van de BBC voorgeschoteld; Frozen Planet, Blue Planet II, wie kent ze niet? Sinds de lancering van de succesvolle natuurfilm De Nieuwe Wildernis (2013), timmeren Nederlandse filmmakers echter met Nederlandse natuurbeelden ook flink aan de weg. Zo verschijnt binnenkort Wild in de bioscopen, een film  van filmer/regisseur Luc Enting uit Ede,  met als producent PV Pictures.

Wild was voor filmer/regisseur Luc Enting zijn grootste productie.

Hoofdrollen
Wild, met als ondertitel Bonte familie van de Veluwe , krijgt op 22 januari 2018 een voorvertoning voor genodigden. Het commentaar is ingesproken door André van Duin. Vanaf 1 februari 2018 is Wild in de  bioscoop te zien. De hoofdrollen in deze film worden vertolkt door het edelhert, het wild zwijn en de vos, waarin het opgroeien van de jonge dieren als verhaallijn is aangebracht. “Dit is mijn grootste productie ooit” zegt Enting. “Samen met Dick Harrewijn  heb ik er 2,5 jaar voor gefilmd. We hebben daarbij duizenden uren in hutjes doorgebracht. We sliepen er zo vaak, dat wij soms het idee kregen dat wij er in woonden.” Enting praat honderduit. Hij heeft in eder geval passie voor zijn vak, dat is duidelijk. “Tja, bij zoiets is passie een eerste vereiste. Als je dat in dit vak niet hebt, dan kun je er volgens mij maar beter mee stoppen. Mijn vrouw is overigens heel blij dat dit project achter de rug is. Ik ben hier immers ontzettend veel voor weggeweest, maar ze heeft er nooit over geklaagd. Ik moet het nu uiteraard niet in mijn hoofd halen weer met zo’n film op de proppen te komen. Ik denk dat er dan toch heel snel een ander slot op de deur komt” lacht Enting uitgelaten. 

Speciale lens
Voor deze film schafte hij een speciale zoomlens aan, met een bereik van 50-1000mm. “Bovendien, bestaat er op die lens nog de mogelijkheid om een ingebouwde 1.5 extender in werking te stellen. Een fantastische lens. Wel  loodzwaar, maar zeer geschikt voor het gebruik vanuit een vaste opstelling zoals een hut of een mobiel schuiltentje.” Als je zo vaak en zo lang in zo’n hutje zit, dat moet je zeker curieuze ontmoetingen hebben meegemaakt? “Niet alleen met dieren, maar zeker ook met mensen. Zo liep er op zekere dag een stel zeer schaars geklede personen voor mijn hut. Nadat ik ze  had aangesproken, kreeg ik ze zover dat zij kruipend (…) het terrein weer verlieten. Een andere keer had ik nota bene een backpacker die doodleuk bij mijn tent zijn potje ging koken. Getuige de route op zijn kaarten, was die van plan overal dwars doorheen te gaan. Toen ik dat zag, heb ik de dienstdoende boa maar gebeld” besluit Enting. Bekijk hier de trailer van Wild. 

Vos staart in de camera. (still uit WILD)

Amsterdam als decor
De Wilde Stad, een film van EMS Films over Amsterdam en haar natuurlijke bewoners zoals de bruine rat, slechtvalk, meeuwen en blauwe reigers. De Wilde Stad gaat op 1 maart 2018 in première. De beelden zijn zoveel mogelijk geschoten in de binnenstad van Amsterdam met uitstapjes naar het havengebied, IJburg, de Zuid-as of een uitstapje naar het Arnhemse moerriool als ondergrondse filmset. Amsterdam, met zijn reputatie en ambities als ‘groene’ stad, wordt het podium van een up beat verkenningstocht naar de diepe en vaak humoristische band tussen mens en dier. De marktkoopman en de blauwe reiger, de vuilnisman en de krijsende meeuw, de woonboot-bewoner en de meerkoeten op hun drijvende nest. In het kielzog van ’s werelds meest succesvolle diersoort, de mens, hebben veel dieren en planten hun leefgebied inmiddels naar de stad uitgebreid. Bekijk hier de trailer van De Wilde Stad. 

WAD
WAD, Leven op de grens van water en natuur is een film van Ruben Smit over de Wadden en komt uit in het najaar van 2018. In deze film komt uiteraard de grijze zeehond aanbod. Het team van Smit filmde onder andere op de Richel, een zandbank tussen Vlieland en Terschelling. Normaal is dit verboden gebied, maar Smit kreeg toestemming om daar beelden te schieten van grijze zeehonden. In WAD komen meer soorten aanbod zoals de scholekster, de bergeend en de dwergstern. Fraaie landschapsbeelden completeren het geheel. De film is opgenomen in 4K en maar liefst 500 uur film, dient voor de  bioscoopversie te worden teruggebracht naar 85 minuten. Voor filmmakers en cameramensen toch altijd weer zoiets als snijden in eigen vlees… Bekijk hier de teaser van WAD.

De Terugkeer van…

In de luwte van al dat bioscoopgeweld is aandacht voor (natuur)filmer Cees van Kempen uit Nieuw-Vossemeer op zijn plaats. Hij verwierf in 2015 immers naam en faam met zijn drieluik over de bever, ijsvogel en de torenvalk. Tijdens de voorbereiding van dit blog stuitte ik bij toeval op zijn naam. Eind vorige maand ontving ik namelijk een mail, die begon met Dear Cees. Eigenlijk best wel een beetje vreemd… De mail was afkomstig van de Artistic Director of the Gran Paradiso Film Festival, waarbij hij verzoekt om inzending van de film De Terugkeer van de Bever. Kort daarop nam ik contact op met Van Kempen die echter, zoals ik al een beetje verwachtte, van niets wist. “Het is een hele rare club daar in Italië”, stelt Van Kempen

De film De Terugkeer van de IJsvogel is genomineerd voor het Wildlife Film Festival in Japan. (foto: Jacques van der Neut)

in zijn antwoord. “Heb ik in 2016 voor ingezonden. Hele slechte communicatie van hun kant en nooit antwoord op mijn inzending gekregen. Achteraf bleek het hele festival geen doorgang te hebben gevonden. De inzending voor 2018 loopt pas in maart af, dus kan ik nog niet geselecteerd zijn. Bovendien heb ik me ook helemaal nog niet weer aangemeld… Die hebben hun boeltje daar niet op orde. Het is volgens mij veel leuker te vermelden dat mijn inzending De Terugkeer van de IJsvogel, momenteel genomineerd is op het Wildlife Film Festival  2017 in Japan.” Bekijk hier de promo van De Terugkeer van de IJsvogel.

 

 

Bezoek aan de vogelrijke Veta la Palma

Maquette van Veta la Palma, met rechtsboven de Guadalquivir. (foto: Jacques van der Neut)

In oktober bezochten mijn zoon Martijn en ik Nationaal Park Coto Doñana in Andalusië (Spanje).  Grote delen van dit vermaarde gebied zijn voor het publiek niet vrij toegankelijk. Wij mochten echter dankzij bemiddeling van de Rijks Universtiteit Groningen (RUG) een kijkje nemen in Veta la Palma (VLP). Op deze aquacultuur staat het kweken van onder andere zeebaars en garnalen centraal. Dankzij de enorme schaal en de rust verblijven er in dit waterrijke gebied duizelingwekkende aantallen vogels.

Wolken opvliegende grutto’s. (foto: Jacques van der Neut)

Veta la Palma
Sinds mei regende het niet of nauwelijks in Zuid-Spanje. Rivieren, kanalen, waterpartijen en vijvers veranderden daardoor in uitgestrekte, dorre zandvlaktes. Ook op VLP was de droogte goed te zien. De vijvers met het predikaat Natural lagen sowieso droog, maar dankzij een stelsel van gemalen, geulen, stuwen en pompen wordt er dagelijks via een zijtak van de Guadalquivir, rivierwater ingelaten. Normaal gesproken staat er in het merendeel van VLP dus altijd water. Sommige bassins zijn werkelijk gigantisch uitgestrekt. Kleinere, waarin jonge vis opgroeit, waren doorgaans overdekt met kunststof netten. In sommige bungelden dode reigers, flamingo’s en meeuwen. Ondanks het kunstmatige karakter van VLP, maakt het vanwege de enorme aantallen vogels, wel onderdeel uit van Coto Doñana, het is echter geen nationaal park, maar een Parc Natural, waar overigens niet wordt gejaagd. Gewoonlijk wordt er bijna overal in Spanje gejaagd, om de haverklap zie je immers borden die daar op wijzen; Coto privado de gaza. Iedere keer als wij VLP bezochten, werden onze namen en paspoortnummers genoteerd,  waarna de slagboom omhoog zwiepte. Martijn verrichtte er vorige jaar november telwerk aan grutto’s en probeerde er voor de RUG zoveel mogelijk vogels met kleurringen af te lezen.

Zwarte ibissen en zilverreigers. (foto: Jacques van der Neut)

Geen gemakkelijke klus
Tijdens onze bezoeken passeerden we gigantische hoeveelheden vogels. Zeker op die percelen, waar ze na de rijstoogst de resterende planten, hakselden. Een tractor, die inktzwart zag van de modder, reed met een verlengd hekwerk om de wielen (tegen het wegzakken), iedere keer heen en weer. Het bewegende gevaarte werd vergezeld door duizenden zwarte ibissen, kokmeeuwen, grote en kleine zilverreigers, steltkluten en Europse flamingo’s. Ook honderden kemphanen, bontbekplevieren, wulpen, kluten en bonte strandlopers waren van de partij. Uiteraard ook ontzettend veel eenden (slobeend, bergeend, marmereend, pijlstaart en krakeend). In die wirwar van vogels en vleugels ontdekten we zowaar een ralreiger, voor VLP zeker geen algemene soort! Wolken vogels vlogen beurtelings op en streken kort daarop weer in de nabijheid van de tractor neer. In die prut stonden ook duizenden grutto’s, we telden er in totaal zo’n 8500-9000. Met het verstrijken van de tijd nemen die aantallen toe. Zelfs met een goede telescoop, was het aflezen van die kleurringen geen gemakkelijke klus. Meestal stonden de grutto’s in grote groepen, waardoor de kleurringen niet te onderscheiden waren. Smalle linten van grutto’s werkten beter. Soms stonden de vogels in dieper water, waardoor de kleurringen aan het zicht werden onttrokken. Als er een jagende slechtvalk overkwam, vlogen er tienduizenden vogels heen en weer. Op zo’n moment resteerde er slechts een ding: wachten op de terugkerende rust. Ook de afstand en de belichting speelden een grote rol. In verband met de beroerde situatie van grutto’s in ons land, verzamelt de RUG zoveel mogelijk data over het trekgedrag van de grutto. Het gebied wordt ook bewoond door zoogdieren. Zo ontdekten wij tijdens onze autoritten over de kaden  meerdere mangoesten, wilde zwijnen en een enkele vos. Er verblijft ook een populatie, in het algemeen zeer schuwe damherten.

Aquacultuur
De aquacultuur op VLP bestaat sinds 1982. Voor die tijd was er een Argentijnse onderneming actief die duizenden hectare wetland en moerassen draineerde en drooglegde, gevolgd door de omvorming naar grasland voor beweiding. Deze aanpak betekende het eind van de rijke biodiversiteit; 90% van het vogelleven in dit gebied werd de nek om gedraaid. Na de desastreuze handelwijze van de Argentijnen (met medeweten van de Spaanse regering natuurlijk…) kwamen de plannen voor aquacultuur op de proppen. Met deze groene ‘doorstart’ keerde geleidelijk het vogelleven terug. Tegenwoordig kunnen de aantallen oplopen tot zo’n 600.000 vogels, verdeeld over 250 soorten, waarvan er 50 op de een of andere manier in hun bestaan worden bedreigd. VLP speelt nu een cruciale rol bij de bescherming van Europese vogels.   

Cota  Doñana
Het sinds 1969 bestaande nationale park werd in 1995 bijgeschreven op de UNESCO-lijst met Werelderfgoederen. De oppervlakte van Cota  Doñana bestaat momenteel uit ongeveer 543 vierkante kilometer. Doñana ligt aan de monding van de Guadalquivir ten zuidwesten van Sevilla en vormde lang geleden   een baai in de Atlantische Oceaan, die echter gedeeltelijk dichtslibde. Door vermenging met regenwater ontstonden vervolgens de huidige brakwatermoerassen, de zogeheten Las Marismas die nu onderdak bieden aan zo’n 350 vogelsoorten, waaronder diverse soorten Europese en Afrikaanse trekvogels.