Alle berichten van jvanderneut

Zalmen in het Haringvliet, vissen achter het net…

Internationale druk op Nederland voor instellen beschermingszone Haringvlietdam voor bedreigde trekvissen

De Nederlandse overheid moet de visserij met fuiken, staand wantnetten en sleepnetten rond de Haringvlietdam verbieden voor het herstel van trekvissen in de Rijn en de Maas, zoals de zalm. Die oproep doen 24 natuurbeschermings- en sportvisserijorganisaties uit Duitsland, Frankrijk en Zwitserland vandaag in een brandbrief aan de Vaste Kamercommissie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Rijkswaterstaat hield met de Haringvlietsluizen in 1994 een praktijkproef, waarbij zeewater het zoete Haringvliet mocht instromen. (foto: Jacques van der Neut)

Honderden miljoenen euro’s
De overheden in die landen hebben in het kader van Europese afspraken al honderden miljoenen euro’s gestoken in herstel van populaties bedreigde trekvissoorten, zoals de zalm, elft en de fint. Een groot deel van de inspanningen bestaat uit het opruimen of beter toegankelijk maken van stuwen, dammen en waterkrachtcentrales voor trekvissen. Alleen in Duitsland wordt voor de Rijn tot 2027 ruim 600 miljoen euro geïnvesteerd, zodat de  vissen weer tussen zee en hun paaiplaatsen in de rivier kunnen migreren.

Vrije doorgang
Maar ondanks de jarenlange inspanningen stagneert de groei van trekvispopulaties en blijft deze op een te laag niveau. Nederland zet sinds begin dit jaar de Haringvlietsluizen mondjesmaat op een kier, zodat trekvissen de laatste hindernis tussen rivier en zee kunnen nemen. Maar om trekvissen echt een vrije doorgang te geven, zijn afspraken over visserij aan beide kanten van de sluizen ook cruciaal. Op dit moment vindt er in het Haringvlietgebied fuiken-, staand want- en sleepnetvisserij plaats.

Uitzetten van jonge zalmen in een zijrivier van de Rijn.

Vissen die rond de Haringvlietsluizen in de zoet-zoutwaterovergang verblijven, worden daardoor aanzienlijk verstoord  of per ongeluk gevangen. De 24 natuurbeschermings- en sportvisserijorganisaties vragen daarom uit voorzorg om een ruime zone rond de Haringvlietsluizen met een verbod op fuiken-, staand want- en sleepnetvisserij. Zij hebben vandaag een brandbrief met deze oproep aangeboden aan de Vaste Kamercommissie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. Rainer Hagemeyer, van het zalmherstelprogramma Der Atlantische Lachs: “Sinds de jaren ’90 van de vorige eeuw werken wij in Duitsland intensief aan zalmherstelprogramma’s in de Wupper (zijtak van de Rijn). Om dit tot een succes te maken is het nodig dat zalmen een vrije doorgang vinden van de Noordzee naar de paaigronden stroomopwaarts en niet in vissersnetten belanden rond de Haringvlietdam. ”

Atlantische zalmen op trek. (foto: Jacques van der Neut)

Haringvliet: monding Rijn en Maas
Het Haringvliet is  van oudsher de monding van de Rijn en de Maas. Vóór de aanleg van de Deltawerken was dit het belangrijkste in- en uittrekpunt van migrerende vissen tussen de Noordzee en de Rijn en de Maas. De populaties trekvissen in de rivieren zijn in de vorige eeuw door de bouw van hindernissen, vervuiling, kanalisatie en overbevissing ingestort en soorten als de steur zijn zelfs geheel uit onze wateren verdwenen. De in gebruikname van de Haringvlietsluizen in november 1970 blokkeerde de trekroute voor trekvissen helemaal. Die situatie is de afgelopen decennia sterk verbeterd. Het water is veel schoner, visserij is sterk afgenomen en de rivierroute wordt beter toegankelijk. Toch vreemd, dat 24 buitenlandse organisaties de Nederlandse overheid daar over op de vingers moeten tikken . Sinds het begin van de jaren ’90 wordt er immers al over een ander regime van de Haringvlietsluizen geredekaveld. Na tientallen jaren praten en vergaderen staan de sluizen af en toe op een kier. Het zout mag namelijk niet te ver stroomopwaarts kruipen. Na bijna 30 jaar vergaderen en praten wordt bovendien de visserij rondom de Haringvlietsluizen geen strobreed in de weg gelegd. Zo investeert Duitsland alleen al zo’n slordige 600 miljoen euro in aanpassingen van rivieren en het passeerbaar maken van sluizen. Af en toe dan de sluizen op een kier, is dan volgens mij wel een uiterst beschamend resultaat…

De brief is ondertekend door de volgende organisaties:

European Anglers Alliance, Wanderfische ohne Grenzen – NASF Deutschland e.V, World Fish Migration Foundation, European Rivers Network, Der Atlantische Lachs e.V., Wanderfische Baden-Württemberg GmbH, Bund für Umwelt und Naturschutz Deutschland. Deutscher Naturschutzring, WWF Schweiz, Schweizerischer Fischereiverband, Alsace Nature France, Bundesverband Bürgerinitiativen Umweltschutz e.V., WWF Deutschland, Aqua Viva Schweiz, Association Saumon-Rhin France, Fischereiverband Nordrhein-Westfalen e.V., Verband Hessischer Fischer e.V., Landesfischereiverband Baden-Württemberg e.V., Stiftung Wasserlauf, Naturschutzbund Deutschland e.V., Landesverband Westfälischer Angelfischer e.V., Landesfischereiverband Westfalen und Lippe e.V., Rheinischer Fischereiverband von 1880 e.V.

De Marker Wadden; natuurarchipel in wording

Marker Wadden is een uniek natuurgebied in ontwikkeling. De natuureilanden worden aangelegd met zand, klei en slib uit het Markermeer. Dit grote project draagt bij aan het natuurherstel van het Markermeer. De nieuwe groep eilanden kan in de toekomst groeien tot zo’n 1.000 hectare. Op den duur ontwikkelt zich er een grandioos natuurgebied met natuurlijke oevers, zowel onder als boven water.

Bij de realisatie van de Marker Wadden zijn duizelingwekkende hoeveelheden klei, veen en zand gebruikt. (foto: Jacques van der Neut)

Slibvanger
De Marker Wadden liggen in het noordoosten van het Markermeer. Dat is ongeveer negen kilometer varen vanuit Lelystad, Het eerste eiland is zo’n 250 hectare boven- en onder waternatuur. Met de aanleg van de volgende vier eilanden ontstaat een eilandengroep van ongeveer 1.000 hectare. Dwars op het eiland komt een twee kilometer lange slibgeul, die dienst zal gaan doen als slibvanger voor het meer. De kwaliteit van het slib in de geul wordt onderzocht en kan mogelijk dan weer worden gebruikt bij de aanleg van de natuurarchipel. De totale grootte van het Markermeer is 700 km2. Tweederde van de Markermeerbodem is bedekt met 30 centimeter slib. Het meer is hoofdzakelijk omgeven door harde, stenige oevers, natuurlijke oevers ontbreken. De vis en vogelstand is er flink achteruitgegaan. De aanleg van de Marker Wadden moet zorgen voor een natuurimpuls.

Wandelpaden
Het Haveneiland is inmiddels gereed en kan ook al worden bezocht, de overige eilanden zijn uitsluitend toegankelijk voor (natuur)onderzoekers. Bezoekers worden vanuit de Bataviahaven in Lelystad naar het kersverse natuurgebied gevaren. De vaartocht duurt ongeveer een uur. De aanleg van de eilanden begon in 2016 en volgens de planning worden de eilanden in 2020 aan de beheerder Vereniging Natuurmonumenten overgedragen. Hier en daar staan observatiehutten, van waaruit je de droogvallende slikken goed kunt bekijken. Wij zien in de prut bonte strandlopers, drieteenstrandlopers, kleine strandlopers, zilverplevieren, een steenloper en kleine groepjes bergeenden. Ook veel bontbekplevieren. Boven de deels met riet en lisdodde begroeide terreindelen zweeft een bruine kiekendief. Indien Vereniging Natuurmonumenten het open karakter van de eilandengroep wil behouden, dan zal er iets moeten gebeuren om bosvorming te voorkomen. Zeker als dergelijke projecten in zoet water liggen, dan ligt bosvorming immers op de loer.

Een bontbekplevier scheert voorbij. (foto: Jacques van der Neut)

Duizelingwekkende hoeveelheden
Voor de aanleg van zo’n eilandenrijk is veel materiaal nodig. Zo vergde de aanleg van het eerste eiland (250 hectare) in 2016 de volgende bouwmaterialen: 4.500.000 m³ zand voor strand, wandelpaden, zachte randen en havendammen en 3.500.000 m³ klei, veen en slib voor de realisatie van moerasgebieden. Tenslotte gebruikte men 75.000 ton stortsteen voor de harde rand en havendammen. In de verstevigde stortstenen dijk zijn op drie locaties verlagingen aangebracht, zodat het gebied bij hogere waterstanden via deze plekken kan vollopen. Voor de bouw van de eerste fase (vijf eilanden) is in totaal maar liefst ongeveer 30 miljoen kuub zand, klei, veen en slib nodig. Dit bouwmateriaal komt allemaal uit het Markermeer. Duizelingwekkende cijfers. De realisatie van de Marker Wadden is een aansprekend voorbeeld van man made nature.