Op 21 december 2005 ondertekende voormalig minister Ben Bot het verdrag waarin Nederland en Vlaanderen afspraken maakten over de verdieping van de Westerschelde. De haven van Antwerpen diende bereikbaar te blijven voor grote- en diep stekende schepen. De schade aan het milieu (verlies aan foerageergronden voor vogels) zou conform Europese regelgeving worden gecompenseerd door de dijken van de Hedwigepolder in Zeeuws-Vlaanderen en de Prosperpolder in België (Vlaanderen) door te steken. In beide gebieden zou zich dan weer getijdennatuur kunnen ontwikkelen. De Vlamingen voegden de daad bij het woord, maar de Nederlanders raakten verstrikt in politiek geleuter, waardoor er in de Hedwigepolder nog geen spa de grond is ingegaan.